Van 1980 tot 2012: Veel verandering in het openbaar vervoer
Na de restauratie van het Winterswijkse stationsgebouw werd ook het openbaar vervoer rond Winterswijk zelf verbeterd. Vanaf begin jaren 80 werd het busvervoer aangepast aan de vraag naar vervoer. De rijksoverheid normeerde het aantal ritten op basis van de werkelijke bezetting van de bussen. Daardoor verdwenen sommige dun bezette lijnen. Deze werden vaak vervangen door een nieuw fenomeen: de buurtbus, een 8-persoonsbusje met een vrijwillige chauffeur. Op de drukke verbindingen kwamen er juist meer doorgaande snelbusdiensten met betere haltes met fietsenstallingen zoals tussen Doetinchem – Enschede en Winterswijk – Enschede. In Winterswijk kwam een nieuw, overdekt GSM-busstation dat ‘s nachts diende als bus stalling.
En, in 1980 kreeg de Achterhoek net als de rest van Nederland nog een nieuw OV fenomeen: de Strippenkaart…
Beginjaren 80 verdwenen ook een paar bijzondere verschijnselen op het spoor zoals een door een goederen locomotief getrokken spitstrein met oude sneltreinrijtuigen. Vanaf midden jaren 80 werd de samenwerking tussen de GSM en de NS steeds beter en dit resulteerde in 1991 tot een intensieve samenwerking: De Integratie Gelderland Oost (IGO)
De strippenkaart was ook in de trein geldig, terwijl op treinkaartjes met de bus kan worden gereisd naar plaatsen die niet aan een spoorlijn liggen. Het aantal reizigers is met deze service direct sterk toegenomen.
Vanaf 1999 groeide de samenwerking tussen de NS en het streekvervoer uit tot een nieuw Achterhoeks bedrijf voor alle openbaar vervoer: Syntus, een dochteronderneming van de NS, het streekvervoerbedrijf Connexxion en de Franse Cariane Multimodal International (CMI).
De bevoegdheid voor het OV in de Achterhoek verschoof van de Rijksoverheid naar de provincie Gelderland.
Het nieuwe bedrijf voerde een halfuur-treindienst op het traject Doetinchem – Winterswijk in. Syntus reed de lijnen Arnhem – Winterswijk, Zutphen – Winterswijk en alle buslijnen in de Achterhoek.
Kenmerkend waren, al vanaf 1986, de ver doorgevoerde trein-bus-aansluitingen die overal in de Achterhoek tot stand kwamen. Het OV in de Achterhoek zette hiermee de trend voor andere regio’s in Nederland en daarbuiten.
Syntus gebruikte z.g. Light Rail treinen in de vorm van de Lint 41. Kortere en lichtere voertuigen met 1 persoonsbediening, snellere acceleratie en een aanmerkelijk lager kostenniveau. De Lint vloot werd later aangevuld met de Buffels of in vaktermen :DM 90. De Buffel is de laatste dieseltrein die voor NS is gebouwd.